L'île des femmes: 04 Respect

Verhaal Info
Keiharde discipline, stront, kots en een gescheurde eikel.
3.8k woorden
3
575
00
Deel dit Verhaal

Lettertypegrootte

Standaard Lettergrootte

Lettertypeafstand

Standaard Lettertypeafstand

Lettertype Gezicht

Standaard Lettertype

Thema Lezen

Standaardthema (Wit)
Je moet Inloggen of Aanmelden om uw aanpassingen in uw Literotica-profiel op te slaan.
PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

Dit verhaal en de schrijver ervan, die een ziekelijke afkeer van vrouwen heeft, zijn volledig uit de duim gezogen.

Wanneer verhalen over respectloosheid jegens vrouwen u tegenstaan, dan adviseer ik u om dit verhaal over te slaan.

Wanneer geweld en mishandeling van mannen door superieure vrouwen, niets voor u zijn, dan adviseer ik u ook om dit verhaal over te slaan.

§ 4.1 Hygiëne

De bootsgleuf zei tegen het hulpgleufje met de gele piesvlekken op haar broek, dat ze naar haar hut moest gaan om zich te verschonen, hetgeen ze zelf ook ging doen.

Door de ongehoorzaamheid van de mannen en al het gedoe dat er op volgde, werd het ontbijt overgeslagen, maar de lunch kwam wel. Die was aanzienlijk beter dan wat de Saters tot nu toe hadden gekregen en bestond uit eenvoudige salade, een aardappel en een stuk ratatouilletaart met rauwe ham.

Spelletjes en een tv waren er niet. De mannen verveelden zich stierlijk. Om ongeveer vijf uur 's middags kwam de bootsgleuf weer langs met wat hulpgleuven, die inmiddels door de mannen onderling met de term zeegleuven werden aangeduid. Ze gaf vier van de mannen die eerder ongehoorzaam waren geweest hun sleuteltjes en zei hen dat ze de viezerik boven de toilet zorgvuldig moesten schoonspuiten en dat ze daarna de toiletbakken moesten schoonmaken.

Nadat de wildplasser schoongespoten was werd hij uitvoerig onderzocht door een van de zeegleuven, die zich voorstelde als hygiëne inspectrice. De mannen kregen via Abbas, de opdracht om goed op te letten. Eerst werd de hoofdhuid en het haar onderzocht. Al meteen werden er resten viezigheid gevonden, klontjes poep waarschijnlijk.

De vier mannen werden ter verantwoording geroepen. De eerste moest op een klein uitklapbaar keukentrapje gaan staan zodat zijn penis op ooghoogte van de inspectie gleuf kwam. Deze deed latexhandschoenen aan en gaf de man bevel om zijn penis te laten groeien. Toen er niets gebeurde kreeg de man een injectie in zijn leuter, die daarna vrijwel direct pijnlijk hard werd.

De inspectie gleuf onderzocht de geërecteerde penis zorgvuldig, met name het gat van de piercing, de ring zelf, de eikel en de voorhuid. Ook de zak werd uitvoerig bekeken. Alles werd zorgvuldig ontsmet met alcohol. Door middel van een wattenstaafje werd ook het deel van de pisbuis tot de piercing ontsmet, hetgeen zo'n pijn deed dat de man door enkele zeegleuven moest worden ondersteund. Zijn lid verslapte echter geen moment.

De drie andere mannen kregen dezelfde behandeling. Daarna werd aan de Saters medegedeeld dat hun lul ten allen tijden "handschoon" moest zijn, hetgeen betekende dat elke gleuf op welk moment dan ook, zijn piemel moest kunnen beetpakken zonder een smerige hand te krijgen. Nu bleek meteen ook waarom de piemels schoon waren gemaakt. De vier mannen werden om de beurt naar voren geroepen waarna de bootsgleuf een grote stevige hulpgleuf aanwees die pal voor de man ging staan, hem recht in zijn ogen keek, zijn nog altijd keiharde erectie met een hand zo krachtig vastgreep dat het echt pijn deed en toen met haar andere hand, zo hard als ze kon een oorvijg uitdeelde. De zeegleuf bleek ongelooflijk hard te kunnen slaan. Het was omdat een assistent gleuf de man goed vast had, anders was hij tegen de vlakte gegaan.

"De opdracht was om de wildplasser schoon te maken. Jullie hebben prutswerk geleverd en prutswerk wordt hier aan boord niet gewaardeerd en altijd bestraft," zei de bootsgleuf dreigend tegen de vier mannen. "Terug naar jullie ketting." Een van de hulpgleuven kwam met een bak water, shampoo en een washandje.

"Maëva 01, zeg tegen Ella 03 (de wildplasser), dat hij zich goed schoonmaakt en dat hij zich daarna meldt bij de hygiëne inspectrice" zei de bootsgleuf. Ze ging verder met: "De boot en alles aan boord moet spic en span blijven. Dat was wat de kapitein jullie vanochtend heeft medegedeeld. Maëva 01, vertalen."

"Het was een duidelijk bevel van de kapitein. Jullie hangmat, jullie oren, jullie anus, kortom alles aan boord moet schoon zijn. Is dat begrepen? Maëva 01, vertalen. Ik wil van iedereen een keihard "oui, maître d'équipage" horen. Maëva 01, vertalen."

De mannen hadden inmiddels wel begrepen dat er niet te spotten viel met de discipline aan boord. Alle mannen incluis de voormalige Satercommandant riepen uit volle borst: "Oui, maître d'équipage"

Om acht uur 's avonds, vaste prik, werd het diner geserveerd. Het bestond uit een bakje salade, daarna een bakje pasta met pastasaus en toe, naar keuze, een reep chocolade of een stukje kaas.

De vier geïnjecteerde mannen hadden nog tot diep in de nacht een knoert strakke plasser. De zeegleuven giechelden af en toe.

§ 4.2 Respect

De volgende ochtend, na het ontbijt, dat bestond uit koffie met een verse baguette en boter, werden er wat schoonmaakartikelen uitgedeeld en zes mannen kregen een sleuteltje. Er werd medegedeeld, dat over twee uur de hygiëne inspectrice zou langskomen. De inspectie van het gevangenenverblijf verliep zonder veel commentaar. Er waren enkele punten die moesten worden verbeterd maar straf werd er niet uitgedeeld.

Voor de mannen zelf was het verhaal minder gunstig. Er waren maar liefst elf mannen waar wat op aan te merken was. Etensresten in hun baard, vet haar, smerige nagels, slecht gepoetste tanden, tarrels in de bilspleet of bijvoorbeeld tenenkaas. Er werd niets getolereerd. De elf mannen moesten een voor een op het uitklapbare keukentrapje gaan staan. Het lukte een van de elf mannen om een spontane erectie te produceren, maar bij het schoonmaken van zijn pisbuis was het gedaan met zijn erectie. Hij kreeg alsnog een injectie.

Een man lukte het om een erectie te krijgen, door zichzelf heftig te masturberen. Dat was natuurlijk niet erg slim, want daardoor bleef zijn piemel niet smetteloos schoon. Zijn persoonlijke hygiëne was nu op twee punten onvoldoende. Ook kon hij zijn erectie niet volhouden tijdens de reiniging van zijn penis en dus kreeg hij toch een injectie. Uiteindelijk kregen alle elf mannen een injectie, waardoor ze de hele dag, tot groot vermaak van de zeegleuven, rondliepen met een keiharde lul en dat was nog niet alles.

Elke man kreeg een of meer oorvijgen toegediend, afhankelijk van het aantal overtredingen van de hygiëneregel. Een voor een kwamen de mannen aan de beurt. Ze werden, door een aan hen toebedeelde gleuf, bij hun erectie gegrepen en kregen een of meer oorvijgen, waarbij de gleuf brutaal en intimiderend in hun ogen keek. De gleuven sloegen zo onvoorstelbaar hard, dat de mannen daar de hele dag last van hadden.

Na enkele dagen zat de discipline er goed in. De eens zo stoere Saters waren veranderd in schuchtere wezens. Er waren zelfs een paar mannen die begonnen te beseffen dat zo'n gleufje toch iets meer voorstelde dan alleen een simpel spleetje ter bevrediging van hun lusten.

Abbas dacht daar heel anders over. Hij had ook ondervonden hoe het was om, aan zijn lul vastgehouden te worden opdat hij bestraft kon worden. Het was beschamend, het deed pijn en zijn gleuvenhaat werd nog groter. Hoe was het toch mogelijk dat de natuur zo'n laag en weerzinwekkend wezen had geschapen om je sperma op te vangen.

§ 4.3 Aan het werk

De zeegleuven accepteerden echt helemaal niets. Een greep naar je pik en een draai om je oren was het onmiddellijke gevolg van alles wat die kutwijven niet aanstond, maar het moet gezegd worden, dat wanneer je geen aanleiding gaf tot repressie, de behandeling niet slecht was.

Na enkele dagen was de verveling aan boord groot, zodat er best enige bereidheid was bij de mannen om klusjes te verrichten. Overdag mochten vijf mannen naar boven om aan dek te werken. Het schip was rijk voorzien van fraai houtwerk. Krabben, schuren en lakken is altijd nodig. Voor de stalen romp gold hetzelfde.

Het los laten lopen van de mannen vonden de gleuven te riskant, daarom werden de mannen aan de ketting gehouden als ze aan dek waren. Het ene eind zat uiteraard vast aan het penisslot en het andere uiteinde werd aan de extra geleider vastgemaakt, die aan de reling was bevestigd. Deze geleider kon onder spanning worden gezet, hetgeen zeer onprettig was, voor de op dat moment aangelijnde mannen.

Het was zomer en het weer was uitstekend. De zon stond te branden aan de hemel en schitterde in het water. De mannen die de zon al geruime tijd niet hadden gezien, moesten elkaar insmeren met zonnebrandcrème en mochten de eerste paar dagen niet langer dan een kwartier per dag aan dek blijven. Nadat hun huid wat gebruind was en ze beter tegen de zon beschermd waren, konden ze wat langer aan dek blijven en werd het aantal mannen dat boven was, uitgebreid naar tien.

De zeegleuven genoten. Tien gebruinde naakte mannen die voor hen aan het aan het werk waren. Het leven lachte hen toe. Benedendeks werd ook gewerkt. De gleuven hadden de Saters geleerd om visnetten te breien. Als je eenmaal doorhad hoe het moest, was het geen vervelend werk en het doodde de tijd. Het ging de gleuven niet om het therapeutisch effect van het breien. De mazen moesten aan bepaalde afmetingen voldoen en de netten zelf moesten ook bepaalde afmetingen hebben. De netten waren bedoeld als visnetten, maar werden niet gebruikt op de Léria.

Abbas, die altijd naar mogelijkheden zocht om te ontsnappen, had het hele schip goed in zich opgenomen. Er was een ding aan boord, verborgen onder een zeil, waar hij de functie niet van begreep. Er was altijd een gleuf in de buurt. Vanwege zijn ketting kon hij zelf helaas niet naderbij komen om beter te kijken. Hij vroeg zijn maten of die wisten wat het was. Een van de mannen, iemand die zich voor wapens en legertuig interesseerde, gaf direct antwoord. Het apparaat was hem ook al opgevallen en hij had het herkent aan de vorm en de manier waarop het aan het schip was bevestigd. Het was een super modern vuurwapen. De mogelijkheden waren ongekend. Desgewenst kon het wapen geheel zelfstandig schieten op mensen, of groepen van mensen, die van tevoren waren ingevoerd. Bijvoorbeeld op iedereen die geen herkenbaar embleem droeg of op mannen met penisringen. Het wapen kon ook gebruikt worden om het schip te verdedigen tegen inkomende raketten en was eventueel met een eenvoudige afstandsbediening te activeren. Onbegrijpelijk dat de gleuven zoiets hadden. Het werd de Saters steeds duidelijker, dat hun transport uiterst professioneel werd uitgevoerd. De vraag wat hen wachtte op het afgelegen eiland werd daardoor nog prangender. Het eiland, waar "geneukt" kon worden. Het klonk te mooi om waar te zijn.

§ 4.4 Storm

Het schip voer naar het zuiden, dat was de mannen wel duidelijk. Behalve dat de zon aan het begin van de middag voor de boeg stond, viel het ook op dat de zon steeds feller en warmer werd. De dag kwam dan ook, dat de luiken van het ruim grotendeels open werden geschoven en dat er een zonnescherm boven het dek werd aangebracht. Enige tijd was de volgende dag net als de vorige dag, maar daar kwam een eind aan. Het schip verlegde de koers, het zonnescherm werd opgeborgen, de luiken gingen dicht en werden gezekerd. Alle mannen moesten naar beneden.

De bootsgleuf kwam de mannen toespreken en riep daarna: "Maëva 01, vertalen." "Saters," begon Abbas. "Er is een storm op komst. De kapitein heeft de koers van het schip wat verlegd, zodat we het heftigste deel zullen missen, maar de deining zal niettemin aanzienlijk zijn. Wanneer het schip begint te slingeren zullen er voor de meesten van ons twee ellendige dagen komen. We krijgen kort voor de storm losbarst een extra maaltijd met rijst. Eet je maag helemaal vol en ga daarna in je hangmat liggen en kom er niet uit. Kotsen, piesen en poepen doe je maar op de vloerroosters. Na de storm kunnen we alle troep weer opruimen. Het schip kan heel veel hebben, dus je hoeft niet bang te zijn dat we zullen vergaan." De rijstmaaltijd bleek een soort nasi te zijn. Het diende om de maag rustig te houden en er zat ook wat medicijn tegen zeeziekte in.

Toen het schip meer en meer begon te slingeren ging de ene na de andere man in zijn hangmat liggen. Dit bleek wel prettig te zijn. Liggen in de hangmat voelde net wat comfortabeler dan rechtop staan of zitten. Je werd wat minder draaierig. In het begin was de stemming nog behoorlijk jolig geweest, maar al vrij snel werd de stemming bedrukter en begon het eerste kotsen. Dat kotsen kon gewoon vanuit de hangmat op de vloerroosters. De kots zakte meteen weg, net zoals de mest in een koeienstal door de spleten in de vloer verdwijnt. Na twee uur waren er nog vier mannen over die fris leken.

De mannen werden nooit alleen gelaten. Er waren nog enkele zeegleuven beneden. Die hadden nergens last van. Een van de "frisse" mannen moest poepen en riep: "Noble dame, je voudrais aller aux toilettes," terwijl hij uit zijn hangmat kwam. De aangeroepen zeegleuf riep iets onbegrijpelijks terug in het Frans en Abbas, die ook nog fris was riep: "De gleu ..., matroos komt niet. Het is veel te link. Pas maar op want je vliegt alle kanten uit." "Nou, misschien dat zij alle kanten op vliegt, maar mij overkomt echt niets. Ik sta rotsvast."

De man ging op zijn hurken zitten om ter plekke te poepen. Dat was toch wat minder smerig dan schijten door de mazen van je hangmat. Abbas schreeuwde nog dat hij niet zo stom moest doen, maar het was al te laat. De drol hing halverwege uit zijn anus toen een enorme golf het schip bijna geheel opnam uit het water en daarna weer terug smeet. De man vloog door het ruim en belandde enkele meters verder tegen de scheepshuid.

§ 4.5 Een gescheurde eikel

De penisketting bleef achter met daaraan een bebloede penisring en het naamplaatje met "Hoki 02". De man schreeuwde het uit. Zijn trots hing hevig bloedend tussen zijn benen. De zeegleuf kwam heel snel in actie, dat moet haar worden na gegeven. Ze greep de man bij zijn piemel en kneep deze keihard dicht bij de basis. Het bloeden stopte vrijwel direct. De drol, die opmerkelijk genoeg aan zijn anus was blijven hangen, kwam alsnog los. De gleuf knipte een stukje van het garen af, dat voor het netten breien werd gebruikt en wond dat enkele malen om de basis van zijn penis. Vervolgens trok ze de man mee naar een hut op het achterdek. Het bleek een eenvoudige ziekenboeg de zijn. De oppergleuf en de tweede stuurgleuf waren al via de mobiele intercom gewaarschuwd.

De hulpgleuf werd bedankt en kreeg de opdracht zich snel te verschonen en daarna haar wacht af te maken. De oppergleuf haastte zich terug naar de stuurhut en liet de man achter in de handen van de tweede stuurgleuf, die zoals de wet voorschrijft, een opleiding had gevolgd voor het verzorgen van verwondingen.

Ze zette de man onder de douche en toen hij goed schoon was, werd de "tourniquet" om zijn penis even wat los gedaan. De stuurgleuf gaf de man een injectie in zijn penis om hem plaatselijk te verdoven. Daarna kreeg hij de opdracht om zijn blaas te legen. De pijn was ondanks de verdoving verschrikkelijk, maar de Sater liet zich niet kennen. Hij gaf geen kik. De "tourniquet" werd opnieuw aangebracht, nu iets professioneler. Het bloeden stopte weer en de man moest op een behandelbed gaan liggen. Er werden enkele riemen aan het bed en de man bevestigd, zodat hij niet meer kon bewegen. De stuurgleuf onderzocht de piemel zorgvuldig. De injectie werkte niet optimaal omdat er geen bloedcirculatie was, maar ze moest wat en deed haar werk naar beste kunnen. Ze maakte de wond grondig schoon. Daarna greep ze een scalpel en sneed wat loshangende stukken vlees van de eikel tot ze twee redelijk nette penisdelen over had.

De penisring met label was inmiddels naar de behandelkamer gebracht. Het was eigenlijk de bedoeling om deze weer aan te brengen en daarna de beide eikelhelften aan elkaar te hechten, maar de stuurvrouw was bang dat de noodzakelijke urinelozingen de genezing zouden belemmeren. Ze bracht een katheter in het plaskanaal aan en hechte daarna de beide penisflarden aan elkaar. De piercing kon nu dus niet meer gebruikt worden om er iets doorheen te steken. Het werk werd afgemaakt met het aanbrengen van zalf, een rekbaar verband en een stuk flexibele pleister.

De penisring werd open gezaagd en verkleind en daarna dichtgeknepen om de balzak van de gewonde man. Vervolgens werd de ring definitief gesloten door middel van een elektrische puntlas. Het was esthetisch niet zo mooi als een penispiercing met ring, maar de man kon wel effectief in bedwang worden gehouden. Het was maar afwachten of de penis zou herstellen en of het gevoel in de eikel nog voldoende was voor een lekker orgasme.

§ 4.6 Rust

De storm hield twee dagen aan. Daarna klaarde het weer op. Er bleef wel een flinke bries staan wat voor de vaart gunstig was. De clipper vloog door het water. De deining bleef nog wel een dag staan, maar verdween tenslotte toch grotendeels. Allengs werden de mannen, op een enkeling na, weer beter. De tijd van de grote schoonmaak brak aan.

De stank was werkelijk niet te harden. Onder de vloerroosters lag voor twee dagen aan stront, pies en kots van vijftig mannen. Openen van de meeste luiken hielp al direct. De vloerroosters werden een voor een naar het dek gebracht om daar door een ploeg mannen met een hogedrukspuit te worden schoongespoten. De ruimte onder de roosters werd ook schoongemaakt. Dit kon met brandslang en wat luiwagens. Daarna werden de roosters weer teruggeplaatst.

De mannen moesten zichzelf, eventueel met hulp van elkaar, reinigen. Daarna kwam de hygiëne gleuf. Er waren altijd wel een paar mannen de klos, die naar mening van het wijf niet schoon genoeg waren. Toen het ritueel van piemel grijpen en oorvijgen voorbij was en elke man schoon genoeg was, incluis de paar mannen die nog zeeziek waren, werden er schone hangmatten uitgedeeld. De vuile moesten worden ingeleverd zodat ze konden worden gewassen.

Nadat het schip de evenaar was gepasseerd, bleef het zuidwaarts gaan, maar dat moest wel vaak laverend, vanwege tegenwind. Het weer bleef goed, maar het werd wel wat koeler. Na weken varen werd de koers, naar het oosten verlegd, meestal met de wind van achteren. Het laatste stuk van de reis was de koers meer noordoost.

Af en toe konden de mannen echt genieten van het zeilen op de prachtige schoener. De Saters dachten (terecht) dat ze ergens in de Stille Zuidzee terecht waren gekomen. Waarom voor de grote omweg was gekozen viel wel te raden. Door deze koers te nemen werden het Suezkanaal dan wel het Panamakanaal of de straat Magellaan vermeden. De lading was niet van dien aard, dat je die graag door autoriteiten liet inspecteren.

§ 4.7 Godinnen

Als je enkele maanden geleden aan een Sater gevraagd zou hebben wat een gleuf was, dan zou hij vermoedelijk iets gezegd hebben in de geest van: "Een gleuf is een lauw stuk vlees waar je je pik in kunt steken. Je kan het gebruiken als je je kwakkie kwijt wilt." Meer was zo'n gleuf eigenlijk niet. Heel diep in hun onderbewustzijn dachten de mannen wel, dat gleuven gevoelens en hersens hadden, maar daar merkte je gelukkig nooit wat van. Als hersens en gevoelens en dat soort ellende begonnen op te spelen, dan gaf je zo'n gleuf gewoon een dreun en dan was het gemekker snel over. De wereld was echter veranderd.

Toen de mannen nog in de cellen zaten was het begrip gleuf voor hun ontvoerders nog wel bruikbaar omdat er nog altijd een herinnering was aan de tijd dat de Saters die gleuven gewoon hadden kunnen pakken als ze daar zin in hadden. Nu was alles anders. De begrippen domheid, onnozel of incapabel waren totaal niet van toepassing op de zeegleuven waar ze nu mee te maken hadden. Deze gleuven grepen jou bij je piemel als ze dat uitkwam en ze sloegen je keihard in je gezicht. Je kon ze niet pakken als je zin had en het was nog maar de vraag of er überhaupt wel een gleuf in hun vlees zat. Er was nog geen Sater die dat had kunnen vaststellen. De psychische problemen werden nog groter, voor die Saters die net een tikkeltje intelligenter waren. Die mannen realiseerden zich, dat hun situatie en die van een slachterij, waar de stukken vlees aan kettingen hingen, overeenkomsten vertoonden. De Saters waren niet meer de top roofdieren, die ze ooit geweest waren. Aan boord waren wezens die sterker, sneller en intelligenter waren dan zijzelf.

12