Dalmatiër

Verhaal Info
Volgens mij is het een smurf.
7k woorden
4.74
9k
0
3
Deel dit Verhaal

Lettertypegrootte

Standaard Lettergrootte

Lettertypeafstand

Standaard Lettertypeafstand

Lettertype Gezicht

Standaard Lettertype

Thema Lezen

Standaardthema (Wit)
Je moet Inloggen of Aanmelden om uw aanpassingen in uw Literotica-profiel op te slaan.
PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

21-10-2016

Een verhaal met een achtervolging, spektakel en explosies. Nou ja, eigenlijk alleen een achtervolging. Oorspronkelijk heette dit verhaal Jacht, maar dat werd het uiteindelijk niet helemaal. Het is een verhaal met wanhoop en onuitgesproken verlangen. Geen drama zoals Lot, maar feel good spul, lekker zoet

Ik stel waarderingen of berichtjes heel erg op prijs

~~~~~~

"Volg die auto" Ik spring in een taxi en wijs naar de blauwe Audi. De chauffeur kijkt me vragend aan, laks.

"Die, auto, alsjeblieft" Ik zie hem nog in de verte, dit ging anders dan in films.

In films had we nu toch al minstens op twee banden een bocht genomen, een kundige chauffeur die obstakels gebruikt als lanceerinstallatie, explosies zelfs.

Deze chauffeur niet, hij haalde loom zijn schouders op en draaide langzaam uit de parkeerplaats, ik had beter te voet de achtervolging in kunnen zetten.

***

Ik ben tien en ik lig op mijn buik op bed.

Ik heb net een nieuw boek van mijn neef gekregen. Het is een plakboek met disney prinsessen en prinsen. Op de pagina's kan je de stickers naar eigen idee inplakken in een lege voorstelling.

Op elke voorstelling plak ik de prins en de prinses liefdevol bij elkaar.

Ik ben die prinses, Luuk is de prins.

We zijn die dag naar Naturalis geweest. Luuk had me 's morgens opgehaald in zijn auto en hij had vanalles verteld in het museum, over de vorming van continenten, de immense ouderdom van de aarde.

Ik had kippenvel gekregen toen ik voor het eerst besef kreeg van mijn nietigheid.

Luuk wist veel.

Luuk was heel slim, en grappig, en knap, en perfect.

Ik was verliefd op Luuk.

Hij had me getrakteerd op een happy meal, alleen Luuk kocht die voor me, verder kreeg ik die nooit. Mijn ouders waren van mening dat wat je niet kent je niet ambieert, ergens terecht, maar daardoor had zo'n happy meal een verboden heerlijkheid.

Het speeltje dat erbij zat was een hondje, een dalmatiër die beweegt als je hem over tafel rijdt.

Op de terugweg had hij moeten tanken, en toen hij uit de winkel bij het station kwam had hij dit boek voor me gekocht en een zakje dropjes. Die dropjes waren voor op mijn kamer, ik kreeg thuis nooit snoep wist hij.

Toen Luuk me had afgezet had hij nog even met mijn moeder gesproken en toen was hij weer gegaan.

Ik miste hem.

Ik stopte een dropje in mijn mond en plakte de prins nog iets dichter tegen de prinses aan.

***

Ik ben 16 en zit in de woonkamer.

Het is druk, de hele familie is er. Ik ben jarig, ik ben net zestien geworden. Zestien met alle bijkomstigheden, zoals puistjes, een lichaam en geest waar ik geen raad mee weet.

Onzekerheid als fundament van alle andere gevoelens.

Ik kijk stuurs naar mijn bordje taart, het geroezemoes van de visite als oncomfortabel canvas voor mijn gedachten.

Tegenover zit hij, mijn neef, ik had een paar keer naar hem gekeken, hij lachte zo mooi.

Ik zag Luuk regelmatig.

Hij mag dan mijn neef zijn en 12 jaar schelen met mij, hij is al lief voor me sinds ik me kan herinneren en staat altijd voor mij klaar.

Voor hem ben ik zijn kleine zus die hij nooit heeft gehad. Voor mij is hij de liefde van mijn leven.

Later die dag ontvluchten we de drukte en stonden we in de tuin.

Ik stak een sigaret op, nonchalant. Het geeft me een volwassen uitstraling, elegant, wijs.

Ik nam een haal en liet de rook kundig in kringeltjes uit mijn neus stromen.

Het koste me moeite om niet te proesten, want eigenlijk was dit mijn derde sigaret ooit, maar Luuk moest zien dat ik volwassen was, een echte vrouw.

"Wat doe jij nou, Mel?"

Ik probeer elegant mijn hoofd naar hem te draaien en praat gearticuleerd, volwassen, wijs.

"Ikke... uh... ik rook, duh!"

Voor ik me kan laven aan de herkenning van mij als volwassene voel ik een klap tegen mijn achterhoofd en mijn sigaret valt brandend op de grond.

Luuk trapt hem uit.

"Nu niet meer"

Ik kijk hem aan, ik wil boos worden, hoe durft hij! Mijn kostbare sigaret, het was de laatste van het pakje dat ik had gekregen van Jen. Het duurde minstens een week voor ik haar weer zou zien.

Hoe moest ik nou volwassen zijn?

"Je moet niet roken Mel"

"Hoezo niet?" ik kijk hem aan, verstandig, vastberaden, volwassen

Onzeker kijk ik naar de grond

"Gewoon" zegt hij, alsof dat een redenatie is.

Hij trekt me tegen zich aan en samen kijken we over de weilanden die toen nog grensden aan de nieuwbouwwijk waar mijn ouders sinds vier jaar een huis hadden.

Ik vlei me tegen hem aan en besluit dat hij de beste argumenten heeft, ik besluit te stoppen met roken, het zal moeilijk zijn, maar voor hem zou ik me er doorheen slaan.

Ik zou alles doen voor Luuk.

***

Ik ben achttien en zit aan de keukentafel. Ik opende een brief. Een brief van Luuk. Hij schrijft me vaak. Ik mis hem, hij woont sinds een jaar in New York.

De laatste dag dat hij in nederland was had hij me mee uit eten genomen, als een echte date, tenminste zo voelde het voor mij.

Een date, een roze wolk. Ik was euforisch, ware het niet dat de duistere zwartheid van zijn aanstaande vertrek op het doek van de realiteit mij het gevoel gaf dat mijn huid levend van me af getrokken werd.

De hele avond had ik redenen bedacht om hem hier te houden, om met hem mee te kunnen.

Geen realistische plannen. Het plan met de meeste kans van slagen dat ik kon bedenken was iets met mezelf aan hem vast plakken met duct tape. Ik realiseerde me dat we zo nooit door de douane zouden komen.

De avond eindigde zonder verdere briljante ingevingen.

Ik zwaaide voor de deur van mijn ouders naar zijn auto die steeds kleiner werd. Luuk was weg, ellendig en alleen viel ik die avond in slaap.

Ik open de brief en neem een slok van mijn thee.

De warme vloeistof baant zich een pad door mijn slokdarm, tegengesteld aan het pad van mijn ijzige wanhoop die met elke zin die ik lees mijn hele ziel meer omvat en mijn keel dichtknijpt.

"Nee...." kan ik nog net uitbrengen voor ik mijn kop thee neerzet en naar mijn kamer ren. Ik gooi me huilend op mijn buik en begraaf mijn gezicht in mijn kussen.

"Melanie?" mijn moeder komt mijn kamer binnen, ze heeft de brief in haar handen.

Ik zeg niets en blijf liggen, mijn hoofd in mijn kussen, ik snik zachtjes. Ik voel haar hand op mijn rug.

"Ach meisje... ik wist dat dit ooit zou gebeuren, je komt er wel overheen"

***

Het is kwart over tien in de avond, plaatselijke tijd, als ik land op New York. Ik haal mijn koffer op en onderga de verschillende controles en poortjes voor ik in de grote hal sta. Ik kijk om me heen.

Mijn hart maakt een sprong, daar staat hij.

Ik kan me niet inhouden en ren naar hem toe, ik knuffel hem. Ik kan hem niet loslaten en knuffel hem nog een keer, zijn geur diep in mij inhalerend, bedwelmend.

Lachend zet hij me neer en bekijkt me van top tot teen

"Je bent een mooie vrouw aan het worden Mel"

Ik loop rood aan en kijk naar de grond. Mijn hart buldert in mijn oren, als een lawine, het geluid van dezelfde lawine die door mijn ziel raast.

Ik ben zo gelukkig, eindelijk heb ik Luuk weer tegen me aan, bij me, ik zie hem. Hier heb ik meer dan een jaar naar uitgekeken.

Ik ben zo ongelukkig, morgen gaat hij trouwen, mijn Luuk gaat trouwen, met iemand anders. Ik ben hem voorgoed kwijt, hier ben ik mijn hele leven bang voor geweest.

***

"Als iemand bezwaar heeft tegen het huwelijk van Jane en Luuk, dan is dit je kans om het bezwaar te maken."

Het is stil in de zaal, ik wil opspringen,

Ja! ja, ik heb bezwaar! Hij is van mij! Ik wil hem om de hals vliegen, hem claimen.

Ik wil Jane wegduwen met haar perfecte lichaam, Jane laten verdwijnen met haar perfecte haar.

Ik wil daar staan, in al mijn imperfectie geclaimd door Luuk.

Piekerend probeer ik iets te verzinnen om dit huwelijk te stoppen, peinzend, wanhopig.

Te laat, ik ben te laat.

Luuk is getrouwd.

Ik huil, hartstochtelijk. Gelukkig huilen meerdere aanwezigen, dus opvallend is het niet, al is mijn verdriet geboren uit wanhoop en niet uit vertedering zoals bij de andere genodigden.

Ik zit naast de moeder van Luuk, mijn tante. Ze legt haar hand op mijn gezicht

"ach meisje, je komt er wel overheen".

***

Het is avond, ik sta op een receptie, ik voel me eenzaam. Ik nip wat van mijn glas en kijk om me heen. Mijn oog valt op Jane, het loeder, het monster, de hoer.

Jane is schattig, een bijzonder mooi meisje. Ik had even met haar gesproken, ze is ook nog eens lief en grappig. Ze komt fantastisch over, echt een heel leuk mens.

Ik haat haar.

Ik loop naar buiten, ik ontvlucht het feest en ga bij een groepje rokende mensen staan. Het was jaren geleden dat ik met veel moeite stopte met mijn ingesleten gewoonte die al 3 sigaretten oud was.

Een vrouw van middelbare leeftijd komt bij me staan en lacht naar me, we maken een kort praatje, ze is de zus van Jane.

Ze biedt me een sigaret aan en ik neem hem aan. Zachtjes kringelt de rook uit mijn neus, ik bedank haar en loop een klein stukje langs het hotel waar het feest plaatsheeft.

Ik kijk naar de lucht, weinig sterren, te veel licht. Ik zie wel venus, of is het mars?

Ik peins, een tik tegen mijn achterhoofd, mijn sigaret valt brandend op de grond.

Luuk trapt hem uit

"Je moet niet roken Mel" zegt hij zachtjes en slaat zijn arm rond mijn middel.

Ik sta tegen hem aan, ik voel zijn heup tegen de mijne. Ik aarzelde even en smolt tegen hem aan.

We staarden samen in de peilloze diepte van het heelal, de peilloze diepte van mijn wanhoop.

***

Ik ben 23 en kijk rond in mijn oude kamer. Ik woon sinds 2 jaar op mezelf. Mijn oog valt op de plastic dalmatier. Een speeltje uit een happy meal.

Een miljoen jaar geleden gekregen na een perfecte dag met Luuk.

Ik denk terug aan hem, warme gevoelens vullen mijn ziel, mooie herinneringen, een perfecte jeugd, mede door hem. Mijn beste vriend.

Ik sprak Luuk zelden meer, na die bruiloft heb ik dagen gehuild. Eenzaam. Ik ben de dag na de plechtigheid teruggekeerd naar Nederland en langzaam heb ik me berust.

Het verwaterde contact ligt bij mij, ik stopte met antwoorden, ik moest mezelf beschermen.

Na een jaar of wat stopte Luuk ook met schrijven, zijn laatste brief heb ik zelfs nooit opengemaakt.

Ik pak wat spullen in en de rest kan weg, mijn ouders gaan verhuizen, kleiner wonen, mijn jeugd is definitief afgesloten. Ik leg de dalmatier in mijn doos die meegaat, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen hem weg te gooien.

Ik kijk alle lades na van mijn bureau en vind nog wat pennen die het goed doen, die gooi ik bij de doos, altijd handig nietwaar?

Mijn oog valt op een bundeltje brieven. Brieven van Luuk, allemaal. Ik wist dat ze hier lagen, ik heb ze bewust nooit meegenomen.

Twijfelend heb ik ze in mijn hand.

Ik gooi ze bij de stapel die weg kan, rommel, overblijfselen van een afgesloten jeugd, dingen die nooit meer terugkomen.

***

Zwetend zet ik de doos met spullen die mee moeten in mijn kofferbak, ik schiet in de lach, een paar spulletjes dacht ik. Ik kijk neer op minstens 20 kilo ongesorteerde rommel.

Ik loop naar boven met twee vuilniszakken om de rotzooi in te doen, het grofvuil komt morgen en dan is mijn kamer leeg. Het huis wordt volgende maand overgedragen, definitief, onomkeerbaar.

Mijn jeugd gefixeerd in het verleden, onkneedbaar, vast als graniet.

Het is warm die dag, zwetend en puffend vul ik de zakken met vuilnis. Ik sleep ze naar beneden en zet ze bij het grofvuil.

Binnen drink ik nog een kop thee met ma en dan vertrek ik met mijn doos zooi richting mijn appartementje.

***

Hijgend zet ik de doos met rommel in de gang. Ik gooi mijn schoenen uit en geef mijn kat Vleermuis zijn eten, miauwend kronkelt hij rond mijn benen, ik aai hem.

Ik loop langs de doos en mijn oog valt op de dalmatier, ik neem hem eruit en zit ermee in mijn handen op mijn bank. Peinzend rol ik met mijn vinger over de wieltjes, het vergeelde beestje beweegt nog steeds.

Ik denk aan Luuk, hoe ik hem mis, het gat in mijn ziel, mijn missende onderdeel.

***

Het is twee uur 's nachts. Ik sta als een dief in de nacht in het licht van mijn koplampen. Ik voel me opgelaten. Ik sta, voor het huis van mijn ouders, midden in de nacht ondersteboven in een vuilniszak te graaien.

Hebbes!

Ik voel wat ik zoek en haal het voorzichtig uit de zak. Ik bind de zak weer dicht en rij met het bundeltje brieven op mijn schoot naar huis.

***

Ik loop door mijn keuken, de zon schijnt en ik zet de deuren open. Ik snuif de geur van de zomer in me op. Ik sta bij het aanrecht te wachten tot het water kookt en ik kijk naar de keukentafel. Naar het bundeltje brieven.

Met mijn thee ga ik tegenover het bundeltje brieven zitten, alsof het een gast is. Ik kijk ernaar.

Ik frommel aan het touwtje, twee losse eindjes vallen op het tafelblad, jaren innig verbonden, nu ieder een los uiteinde.

Ik pak de eerste brief en begin te lezen, ik lees elke brief en ik huil zachtjes. Ik denk aan hem, hoe ik hem mis.

De laatste brief is nog dicht, ik heb hem tussen mijn vingers. Ik kijk even door de open deuren naar de boom voor mijn huis. De blaadjes bewegen in een door de wind gedicteerd ritme, het zonlicht om beurten weerkaatsend.

Voorzichtig scheur ik hem open.

"Lieve Mel,

Het is een aantal weken geleden dat ik je voor het laatst schreef. Met mij gaat alles goed, we wonen nu in New Jersey en Mel is in verwachting van onze eerste.

Ik kan niet wachten om vader te worden, het wordt een meisje, we gaan haar Melanie noemen, naar jou.

Ik mis je ontzettend, ik hoop echt binnenkort wat van je te horen, schrijf me, bel me.

Luuk"

Een traan valt op de brief, jaren oude inkt opgelost in jaren oud verdriet.

Het vallen van mijn tranen een subtiele onderbreking van absolute stilte.

Ik vouw de brief weg en kijk een tijdje naar de boom, de blaadjes hypnotiserend wuivend.

***

Ik ben 26 en heb nu net een jaar mijn baan, ik ben werkzaam bij een reclamebureau, we maken commercials, ik ben creative designer. Ik vertrek morgen met een collega naar een congres.

Het is mijn vakgebied en ik had een uitje verdiend vond mijn leidinggevende, dit soort congressen zijn uitjes in mijn wereld, het opbouwen van netwerken, mensen ontmoeten.

Om vier uur in de nacht landen we in Chicago, een taxi zet ons vroeg in de ochtend af bij ons hotel. Mijn collega en ik checken in en vertrekken naar onze kamer.

Ik lig op mijn rug en probeer wat te slapen, over 8 uur moet ik op het congres zijn. Ik kijk naar de schaduwen op het plafond, de dag breekt langzaam aan hier. De geluiden van een metropool, langzaam soes ik weg.

Om vier uur gaat mijn telefoon, het is mijn collega, we moeten over een uur weg. Snel spring ik onder de douche en kleed me aan, mijn mooiste jurk is mee voor dit congres, zwart lang en fluweel.

Ik ben niet heel mooi, maar met de juiste accenten en camouflage ben ik toonbaar denk ik zelf. Deze jurk staat me goed. Ik twijfel even over mijn haar maar besluit voor een knot te gaan, streng, volwassen, serieus.

Het congres zelf is afschuwelijk saai, ik sta met mijn collega bij een groepje mensen en we bespreken nieuwe concepten van reclame. Nieuwe tijden, nieuwe verleidingen.

Ik sta er een beetje verloren bij. Niet dat ik geen gesprekstof heb, ik raak gewoon snel van slag bij vreemde mensen, ik voel me ongemakkelijk, raar, eenzaam.

's Avonds eten we wat met een gezelschap in een luxe restaurant.

Ik ben in gesprek met een meisje van in de twintig, ik schat haar iets ouder in dan ik zelf ben. Het is gezellig, ze heeft het tenminste niet de hele tijd over werk. We hebben lol samen en besluiten om de volgende dag af te spreken om de straten van Chicago onveilig te maken.

***

Suzy belt me om kwart over negen, wakker. Slaperig neem ik op en ik hoor meteen haar sprankelende stem kwetteren. Ze is een Amerikaanse en ik mag haar graag, ik ken haar net een paar uur, maar we hebben een klik.

Proestend passen we de raarste hoedjes en bewonderen elkaar. Suzy is grappig. Gearmd lopen we een klein eetcafé binnen en ik laat Suzy bestellen voor mij, ze is immers inboorling hier.

We zitten aan een soort bar tegen het raam van de gelegenheid, we kijken uit op de straat waar mensen als een eindeloze zwerm vogels in een gecoördineerde chaos een oneindige film spelen.

Ik neem een hap van mijn gebakken aardappels. Mijn vork zweeft even in mijn hand en valt dan kletterend op de grond. Ik kijk ademloos naar buiten. Suzy kijkt me aan, vragend, half lachend.

"alles ok, Mel?"

Ik knik en excuseer me. Nadat ik haastig geld naast mijn bord heb gelegd neem ik afscheid van een verbouwereerde Suzy, een flits, een moment en ik sta buiten. Ik ren door de massa's mensen. Zinloos, zoekend, ik weet het zeker.

Ik twijfel.

Ik zie een glimp, hij stapt in een blauwe audi, snel hou ik een taxi aan. Hij stopt op een lege parkeerplaats en ik spring op de achterbank "Volg die auto"

***

We staan voor een groot huis. Na een minuut of minder draait de chauffeur zich naar me, hij kijkt vragend. Ik herpak mezelf en knik, ik betaal hem en stap uit.

Ik sta voor een groot huis in een buitenwijk. Eenzaam, twijfelend. Ik kijk naar de auto, het is hem echt. Dit was de auto die we volgde. Mijn hoofd raast, wat als het hem niet is? Wat als het hem wel is? Wat moet ik zeggen, wat zou ik doen, zou ik hem kussen?

Twijfels krijgen de overhand en ik wil omdraaien, weglopen, ik heb hier niets te zoeken, niets te winnen behalve meer verdriet.

Ik hoor een deur opengaan, het kwetterend geluid van een kind, enthousiast. Ik draai me om en kijk vanaf de overkant naar Luuk, het is hem, mijn hart bonst. Aan zijn hand een springend meisje van een jaar of zes, haar vlechtjes springen op en neer aan de hand van haar vader, ze kijkt naar hem op terwijl ze van me af lopen.

***

Ik kijk vanaf een afstandje, Luuk zit op een bankje. Het is een leuke speeltuin. Zijn dochter speelt in een groot klimfort en hij kijkt lachend toe. Af en toe zwaait hij naar haar en ik zie het geluk van het meisje afstralen.

Luuk is een lieve vader, logisch natuurlijk, hij was ook altijd lief voor mij, Luuk is lief.

Ik voel een traan rollen en veeg hem weg. Ik kijk naar Luuk, het zonlicht valt op hem, hij is nog steeds perfect, ouder, grijzer, maar perfect.

Gedreven meer door emotie dan verstand benader ik hem. Ik sta achter hem en kijk naar hem. Hoe hij ademt, ik hoor zijn stem, bemoedigend, bewonderend. Zijn dochtertje is alles voor hem.

Mijn peilloos diepe liefde die ik voel voor hem, die ik jaren heb genegeerd, snijdt als een mes door mij heen.

Ik adem diep in en ga naast hem zitten

"Hoi"

Luuk kijkt naast zich, naar mij. Ik zie zijn ogen, zijn gezicht, prachtige rimpeltjes rond zijn ogen, verdiepend door zijn brede lach als hij mij herkent.

"Mel?"

Ik knik en kijk hem ademloos aan. Ik beef, ik voel me een klein stofdeeltje, verdwaald in de storm die ik in mijn hoofd voel en hoor.

"God Mel, ik dacht dat ik je nooit meer zou spreken"

Hij slaat zijn arm om mijn schouder en trekt me tegen zich aan. Ik twijfel, verstijf, maar ik voel zijn warmte en ruikt zijn geur en ik smelt tegen hem aan.

Zachtjes snik ik. Hij voelt het en kijkt zijdelings naar mijn gezicht "Wat is er Mel?" zegt hij zachtjes, zijn hand strijkt over mijn wang en ik leg mijn hand op de zijne.

"Ik heb je gemist Luuk" zeg ik zachtjes

"Ik jou ook Mel" met zijn duim streelt hij mijn jukbeen en ik geniet van hem, van zijn aanraking, zijn nabijheid.

Mijn ziel is heel even compleet.

"Papa, wie is die mevrouw?" een klein meisje staat wippend op de bal van haar voet voor ons, ze kijkt me onderzoekend aan.

Luuk tilt haar op schoot en kust haar op haar wang "Melanie, dit is Melanie, mijn nichtje, naar haar ben jij vernoemt"

Ik kijk in een paar hemelsblauwe ogen en een lach waar wat tanden in ontbreken "Aangenaam Melanie, je bent een mooi meisje" zeg ik zachtjes terwijl ik haar hand officieel schudt.

12