Seksgodin Nerevar Deel 01

PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier
DarkBee
DarkBee
18 Volgers

Mirusa liep terug naar het plein waar ze eerst aankwam. Ze stopte de Maansuiker in de kist met de andere ingrediënten en liep naar de eerste de beste handelaar die ze zag. Dankzij de uithangborden zag ze direct waar ze heen moest. Ze stapte de winkel binnen en even later kwam ze er enige tientallen goudstukken rijker weer uit. Ze had niet echt kunnen onderhandelen, maar Mirusa bedacht dat ze, als ze wat meer geld had en met wat meer overtuiging op de handelaar kon inpraten, haar wat geld zou kunnen toestoppen en dat ze in het vervolg betere prijzen zou krijgen.

Nadat ze van de spullen af was, ging ze terug naar Caius. Mirusa vond dat ze genoeg ervaring had opgedaan voor haar eerste missie. Zo moeilijk kon die toch niet zijn?

Terug in het huisje van haar meerdere in de orde van de Zwaarden kreeg ze haar eerste officiële opdracht: Caius had informatie nodig over het zogeheten Zesde Huis, een geheimzinnige organisatie met een duistere kant en Caius had de opdracht gekregen om daar wat meer over te weten te komen. Om aan die informatie te komen moest Mirusa naar de baas van het lokale Vechtersgilde gaan. Hij zou haar meer kunnen vertellen nadat ze een klusje voor hem had gedaan.

Mirusa ging op weg naar het vechtersgilde. Ze liep de deur door en ging de trap op. Bovenaan de trap stond een roodharige vrouw in middelzware bepantsering. Ze vroeg Mirusa of ze zich wilde aansluiten bij het Vechtersgilde. Hier voelde Mirusa wel wat voor. Ze werd lid en kreeg haar eerste opdracht. Die bestond eruit om een paar ratten te gaan doden bij een vrouw aan de overkant van de rivier die door Balmora stroomde. Mirusa vroeg de vrouw waar ze haar contactpersoon kon vinden en werd naar de kelder doorverwezen.

In de kelder stonden een man en vrouw, allebei zonder pantser. De man was haar contactpersoon en wilde de vrouw naast hem, zijn drilsergeant, een goede beurt geven, maar omdat ze lesbisch was had hij geen schijn van kans. Het kwam hem goed uit dat Caius' nieuwe hulpje een vrouw was: zij zou de drilsergeant kunnen overhalen om seks met haar te hebben, zodat de meester van het Vechtersgilde in ieder geval een keer zijn ondergeschikte naakt zag. Om dit voor elkaar te krijgen moest ze een speciale buis gaan halen uit een nabijgelegen Dwergenruïne. Om daar te komen moest ze de stad uit en dan gelijk linksaf over de bruggen en dan naar het fort van de Keizerlijke Orde. Dat moest ze rechts laten liggen en dan de weg omhoog volgen totdat ze bij een grote metalen brug zou komen. De deur naar de ruïne kon alleen geopend worden door een pijp aan een buis te draaien, zodat de toegangsdeur open zou gaan.

Mirusa controleerde haar uitrusting en ging op weg. Het fort was een klein eindje buiten de stad en was al snel gevonden. Ze liet het fort rechts liggen en ging links het pad op dat omhoog leidde. Aan de andere kant van de brug stond een onguur uitziende man met sneeuwwit haar. Mirusa twijfelde maar pakte haar boog. De man zag haar niet. Ze spande de pees en een ijzeren pijl vloog met grote snelheid weg maar miste de man. De tweede pijl doorboorde de nek van de man en met een rochelend geluid viel hij dood op de grond, nog voordat hij gezien had wie hem had neergeschoten.

Mirusa liep de brug over en keek eerst in de kratten die aan het einde stonden. Er zat alleen een stuk metaal in. Toen Mirusa het wilde oppakken liet ze het bijna uit haar handen vallen, zo zwaar was het.

"Hier kan ik niet teveel van meenemen, anders kan ik niet meer lopen," dacht ze.

Ze draaide aan de pijp die aan een buis vastzat en een paar meter voor haar begonnen twee draaideuren open te gaan. Snel liep ze op de deur die er achter zat af en opende hem. Voor het eerst in haar leven stond Mirusa in een Dwergenruïne. Overal klonken vreemde geluiden en bijna alles was van metaal gemaakt, behalve de grot waar de overblijfselen zich in bevonden.

Voor haar stond een man, die haar aanviel zodra hij haar in de gaten kreeg. Hij greep zijn zwaard en deelde een rake klap uit, maar haar pantser ving de meeste schade op. Door de slag werd ze wel een stukje achteruit geduwd, maar pareerde de volgende slag met haar schild. Ze haalde uit met haar zwaard en raakte de man zijn rechterarm. Hij had moeite om zijn zwaard vast te houden en pakte zijn zwaard over in zijn linkerhand, maar kon daardoor bijna niet meer vechten en Mirusa had weinig meer te vrezen. Met een geplaatste uithaal sneed ze bijna het hoofd van haar tegenstander er af en de man viel dood neer.

Mirusa liep door en liep over een smalle rotsrichel naar beneden. Aan de overkant van de grot, recht onder de plek waar ze was binnengekomen, stonden twee mannen zonder pantser. Ze zagen haar en trokken hun wapens. Mirusa pakte haar boog en schoot wat pijlen af, maar raakte alleen de voorste man in zijn been. Hinkend liep hij op haar af en haalde uit met zijn dolk. Hij raakte haar schouder, maar haar pantser ving de klap op. Toch was ze even uit balans gebracht en de volgende haal raakte haar gezicht. Mirusa hief haar zwaard op en zwaaide richting de man. Ze sneed zijn buik open en de man viel op de grond, terwijl hij probeerde zijn ingewanden in zijn lichaam te houden. Met haar zwaard stak ze door zijn keel en hij viel dood neer.

De andere man was inmiddels naar haar toe gerend en zwaaide dreigend met zijn langzwaard. Een slagenwisseling volgde en Mirusa wist de meeste klappen op te vangen met haar zwaard of schild. Af en toe was de man, een Rode Wachter, haar te slim af: Rode Wachters zijn meesters met zwaarden, maar omdat hij geen pantser droeg had Mirusa geen moeite om hem zwaar te verwonden. Met een flinke uithaal sneed ze diep in zijn borst en doorboorde een long. De man kreeg geen lucht meer en met een zwaar gerochel viel hij neer.

Mirusa onderzocht hun lichamen en vond wat goud. Ze liep door en ging de deur aan haar linkerhand door. Na een paar simpele gevechten en het onderzoeken van alle kratten en vaten kwam ze in de hoogste kamer. Daar stond een grote kale Noorman op haar te wachten. Hij had een grote bijl in zijn handen, maar geen schild. Met hem had Mirusa iets meer moeite dan met de anderen, maar ook hij ging neer. Ze onderzocht de ruimte en zijn lichaam en vond zowaar een diamant en een robijn. Ook vond ze op de plank van een stellage de buis die haar opdrachtgever bedoelde. Ze stak hem bij zich, repareerde haar wapens en pantser en liep de ruïne uit.

Eenmaal terug in Balmora overhandigde ze de buis aan haar opdrachtgever. Hij gaf haar een paar papieren over het Zesde Huis en een boek met de geschiedenis van Morrowind.

"Dan is het nu tijd om nog wat voor me te doen," zei hij met een glimlach en gaf Mirusa de buis terug. Verbaasd keek ze hem aan, maar hij zei haar dat zijn sergeant wel raad met dit vreemde ding wist. Mirusa sprak de sergeant aan en liet haar de buis zien. Ze keek blij verrast en trok Mirusa mee naar een kamer in de gang die naar de kelder leidde. In de kamer stonden twee stapelbedden. De sergeant kleedde zich uit en pakte de buis. Ergens zette ze een schakelaar om en de buis begon te zoemen.

"Help me eens, ik kan dit niet zelf."

Mirusa pakte de buis vast en de sergeant wees haar waar ze hem wilde hebben: tussen haar benen, diep in haar wachtende poesje. Met voorzichtige bewegingen bracht Mirusa de buis in de kut van de sergeant in en begon hem op en neer te bewegen. De vrouw sloot haar ogen, rolde met haar hoofd heen en weer en kreunde onophoudelijk. Vanuit haar ooghoeken zag Mirusa haar opdrachtgever om de hoek kijken en zag dat hij zich aan het aftrekken was.

Een paar minuten later kreeg Mirusa de order om de sergeant te likken, vlak boven de plek waar de buis naar binnen was gegaan. Mirusa had zoiets nog nooit gedaan maar deed wat haar was opgedragen. Ze boog haar hoofd en stak haar tong uit. Voorzichtig likte ze de klit van de sergeant. Met veel geluid kwam ze niet veel later klaar. Van achter de deur hoorde Mirusa de meester van het Gilde kreunen en wist dat hij ook was klaargekomen.

De vrouw haalde de buis uit haar poesje en bedankte Mirusa door haar op haar mond te zoenen. Mirusa had nog nooit een vrouw gezoend, maar vond het niet vervelend, sterker nog: het was een stuk beter dan een man zoenen, vrouwen hadden nooit last van stoppels en baardgroei.

Hoofdstuk 5

Nadat ze weer buiten stond ging Mirusa naar Caius om hem de papieren te geven. Hij bedankte haar en gaf haar wat geld. Ook kreeg ze haar volgende opdracht: ga naar de Ork in het Tovenaarsgilde en vraag haar wat ze weet over de cultus rond de Nerevarine, een cultus die voornamelijk leeft onder de nomaden van de Aslanden, een gebied in het noorden en noordoosten van het eiland.

Sint Nerevar was een vriend van het Tribunaal, de drie machtigste goden van Tamriel, de wereld waar ook Morrowind een onderdeel van is. Deze goden zijn Sotha Sil, Almalexia en Vivec. Samen met Vivec heeft Nerevar Dagoth Ur bestreden toen hij de heilige wapens Keening en Sunder en de handschoen om ze te dragen, Wraithguard, zelf wilde houden in plaats van ze te bewaken voor het Tribunaal. Nerevar raakte dodelijk gewond en stierf en sindsdien hopen de Aslanders dat Nerevar reïncarneert en terugkomt om alle buitenlanders uit Morrowind te verdrijven en vooral de Imperialisten met hun Orde en Cultus te vernietigen omdat ze de verkeerde goden aanbidden.

Mirusa liep naar het Tovenaarsgilde. De vrouw die bijna direct achter de deur stond vroeg haar of ze lid wilde worden van het Gilde. Mirusa dacht even na en ging akkoord. Ze kreeg de opdracht om aan Ajira, beneden in de kelder, om haar eerste missie te vragen.

Mirusa liep de trap af en zag in de linkerhoek een oudere Ork-vrouw staan. Dat moest haar volgende contactpersoon zijn en ze liep op de vrouw af. De Ork gaf haar de opdracht, voordat ze de benodigde informatie zou krijgen, om naar een tombe te gaan in de buurt van Pelagiad om daar een schedel te halen. Daarna zou ze haar wat papieren geven met de informatie waar Caius om vroeg.

De vrouw gaf Mirusa een betoverd kortzwaard en een paar rollen papier met spreuken mee om de spoken die meestal in een voorouderlijke tombe huisden te kunnen verslaan. Aan het kortzwaard had Mirusa niets, daar kon ze niet mee omgaan. De spreuken kon ze eventueel gebruiken, niet per sé op deze missie maar misschien later. Pelagiad was niet zo ver van Seyda Neen en Mirusa liep naar buiten. Eerst bracht ze een bezoekje aan de plaatselijke handelaren en kocht een magisch langzwaard. Daarna ging ze naar de Slibloper en betaalde de bestuurder, die haar naar Seyda Neen bracht.

Een paar uur later stapte ze uit in Seyda Neen, het kustdorp waar ze voor het eerst weer voet aan land had gezet na haar gevangenschap. Ze sloeg rechtsaf van het platform waar de Slibloper was gestopt en volgde de weg. De grot aan haar linkerhand liet ze voorlopig rechts liggen en besloot die later te onderzoeken.

Na een paar minuten lopen kwam ze bij de juiste tombe. Ze ging door de deur en haar ogen moesten even wennen aan de schaars verlichte ruimte. Toen ze weer genoeg kon zien, liep ze de trap af en ging de deur door. Meteen zag ze een spook. Met haar zwaard maakte ze er korte metten mee en keek her en der in urnen die op stenen verhogingen stonden. Er zat niet veel in dan beendermeel. Af en toe zag ze een glimmend papier liggen met een mooie spreuk er op. Uiteraard nam ze die mee.

Aan het einde van de tombe, na nog een paar spoken te hebben verslagen, vond ze de schedel waar de Ork om gevraagd had. Ze stak hem bij zich en liep naar buiten. Daar moesten haar ogen even wennen aan het felle zonlicht, maar een paar seconden later was Mirusa op weg naar Pelagiad. Daar was ze nog niet geweest en van een afstand zag het er wel aardig uit.

Mirusa liep het dorp binnen en keek even in alle winkels, maar vond niets dat ze kon gebruiken. Uiteindelijk ging ze weer terug naar Balmora, waar ze de schedel overhandigde aan de Ork. In ruil daarvoor kreeg ze een bundel papieren met informatie over Nerevar en de cultus eromheen. Mirusa vroeg nog even door over de bezigheden van de vrouw en kreeg te horen dat de Ork absoluut niets met zwarte kunst te maken had, ondanks het feit dat ze om een schedel had gevraagd. Ze ontkende zo stellig dat Mirusa van het tegendeel overtuigd werd.

Met de benodigde informatie ging Mirusa naar Caius en gaf hem de papieren. Hij bedankte haar en bevorderde haar in rang en gaf haar een paar papieren met nuttige spreuken er op.

Hij vertelde haar dat ze eerst maar eens wat meer ervaring moest gaan opdoen voordat ze haar volgende opdracht zou krijgen. Caius gaf haar het advies om lid te worden van één of meer gilden en hun opdrachten te doen. Ze vroeg nog een keer of ze niet haar volgende opdracht kon krijgen, maar Caius gaf niet thuis.

Mirusa liep naar buiten en ging de vrouw opzoeken die last had van ratten.

Hoofdstuk 6

Mirusa liep langs de rivier en vond al snel het huis van de vrouw voor wie ze van het Vechtersgilde een paar ratten moest doden. Ze ging het huis binnen en sprak met de vrouw, die haar een sleutel van haar opslagruimte gaf, boven haar huis. In haar slaapkamer had ze ook een rat gevangen.

Eerst opende Mirusa de deur naar de slaapkamer en stond gelijk oog in oog met een grote rat. Met een slag van haar zwaard mepte ze de rat door de kamer. Op een plank op ooghoogte aan haar rechterkant zag Mirusa een kistje staan met een slot dat ze zou kunnen kraken. Ze sloot de deur en pakte een loper en opende het slot. Ze vond wat goud en nam het mee. Op een plank tegenover de deur zag ze een paar boeken. Een daarvan gaf haar wat meer informatie over het gebruik van langzwaarden, iets wat ze goed kon gebruiken. Daarna ging ze het huis uit en liep de trap op die direct naast het huis was. Met de sleutel opende ze de deur van de opslag en versloeg de twee ratten die daar gevangen zaten. Mirusa onderzocht de kisten op hun inhoud en vond een paar handige ingrediënten en een paar waar ze nog niet goed van wist wat ze er mee aan moest.

Mirusa sloot de deur achter zich en liep naar beneden. Ze praatte met de vrouw, die haar de overeengekomen beloning gaf voor het doden van de ratten. Ook zei de vrouw dat de kapitein van het fort waar ze eerder was langsgekomen op weg naar de ruïne iemand zocht voor een smerig karweitje. Mirusa schreef het op in haar notitieboek en ging naar het Vechtersgilde. De roodharige vrouw bedankte haar voor het doden van de ratten en gaf haar de opdracht de nabijgelegen eiermijn wilde schoonvegen: twee voormalige mijnwerkers hadden zich daar verschanst en wilde de eieren die daar werden gedolven stelen en verkopen voor hun eigen gewin. Ze gaf Mirusa een gedetailleerde beschrijving van de route en wenste haar succes. Mirusa ging op weg en liep langs de rivier naar de mijn.

Daar aangekomen praatte ze eerst met twee mijnwerkers die buiten stonden en van hen hoorde ze dat de twee mannen die ze moest doden zich bij de koningin hadden verschanst. Mirusa ging de mijn in en kon bijna gelijk doorlopen naar de goede ruimte. Ze ging de deur door en van een afstand zag ze twee mannen op haar aflopen. Met twee goed gemikte pijlen schoot ze de mannen neer. Ze liep de mijn uit en ging terug naar het Vechtersgilde, waar ze werd bevorderd en een leuk bedrag aan goud kreeg.

Haar nieuwe opdracht bestond eruit dat ze vier mensen moest gaan doden die gestolen hadden uit de mijnen van Caldera. Dit keer ging het niet om eieren maar om het veel duurdere (en ook veel zwaardere) Ebbenglas. Ze liet deze opdracht voorlopig even voor wat het was.

Daarna ging ze naar het Tovenaarsgilde en liep naar de kelder. In de achterste ruimte zag ze een katachtige achter een bureau staan die druk in de weer was met verschillende drankjes te maken.

Mirusa vroeg aan haar of ze wat voor haar kon doen. De kat, Ajira genaamd, vroeg haar of ze wat paddenstoelen wilde halen voor haar, zelf had ze daar geen tijd voor. Ze gaf haar de namen en omschrijvingen van de paddenstoelen die ze zocht. Mirusa dacht even na en liep naar buiten naar haar kist met ingrediënten en haalde de benodigde paddenstoelen eruit en ging terug naar Ajira. Ze bedankte Mirusa voor de paddenstoelen.

De volgende opdracht betrof een weddenschap met een ander lid van het Gilde, Galbedir, een vrouwelijke Boself. Ze hadden er om gewed wie er eerder in rang zou stijgen en Ajira vroeg of ik een namaak-zielesteen, gebruikt om zielen van verslagen vijanden in te vangen, in haar bureau wilde doen en de echte meenemen. Ajira zei dat Galbedir zo naar beneden zou komen.

Mirusa liep naar boven en kwam inderdaad de Boself tegen. In het voorbijgaan stak Mirusa haar hand uit en kneep in de goedgevormde billen van de mooie en goedgeklede Galbedir. Verbaasd keek de Boself om maar Mirusa liep door alsof er niets was gebeurd. Galbedir bleef staan en keek haar na, te verbaasd om iets te zeggen.

Mirusa opende het bureau en legde de namaaksteen er in en pakte de echte steen er uit. Ze kon het niet laten om de duurdere stenen, die onbewaakt op het bureau lagen, mee te nemen. Ook de schaal waar ze op lagen zag er duur uit, dus die nam Mirusa ook mee. Ze ging terug naar Ajira en kwam Galbedir weer tegen. De Boself sprak haar aan en begon bezwaar te maken tegen de manier waarop Mirusa haar had behandeld, maar Mirusa pakte het hoofd van de Boself met twee handen vast en trok haar mond naar de hare toe. Hun lippen raakten elkaar en Galbedir hield op met protesteren.

Mirusa ging terug naar Ajira en vertelde haar dat het gelukt was. De kat bedankte haar en wilde een paar bloemen hebben. Ook deze had Mirusa allemaal al gevonden en maakte weer de gang naar haar kist met spullen en bracht de benodigde bloemen mee. Ajira bedankte haar en gaf haar een paar drankjes om haar levenskracht te herstellen als ze gewond was.

Mirusa vroeg of Ajira nog meer klussen had en de kat vroeg haar om een kom van keramiek te gaan halen. Ze kreeg wat geld mee en ging naar buiten om een kom te kopen. Nadat ze de kom had gekocht bij een andere Kazjiet ging ze terug naar Ajira, die ze helemaal overstuur aantrof.

"Mijn papieren! Ik kan mijn papieren nergens vinden! Galbedir heeft ze gestolen!"

Mirusa ging met Galbedir praten, die nog steeds op de plek stond waar ze eerst in haar billen geknepen en later gezoend was. Galbedir gaf toe dat ze de papieren van Ajira had gestolen en vertelde ook dat ze ergens in het Gilde rondzwierven. Mirusa ging op zoek en al snel had ze de twee rapporten van Ajira gevonden. Ze gaf ze terug aan de Kazjiet en dolblij gaf de kat haar drie dure drankjes om zichzelf te beschermen tegen vuur-, ijs- en bliksemschade.

Ajira had geen opdrachten meer voor haar totdat ze een hogere rang had gekregen, maar gaf haar het advies om bij de andere Gilden te gaan kijken, misschien dat de leiders daar nog wat voor haar te doen hadden.

Mirusa ging naar boven en trof daar de leider van het Gilde aan, die haar een hogere rang gaf, maar niet meer. Wel had ze twee opdrachten voor haar: Mirusa moest twee mensen overtuigen, de een om zich aan te sluiten bij het Gilde en de ander om haar schulden te betalen. De leider van het Gilde gaf haar een gedetailleerde beschrijving en kruiste een belangrijk gebouw aan op haar kaart dat daar vlakbij lag.

Hoofdstuk 7

Ze ging terug naar beneden, daar stond een tovenaar klaar om iedereen die dat kon betalen te transporteren naar de ander Gilden. Ze betaalde de kosten en stond een seconde later in Ald'ruhn. Ze vroeg de Gildegids wie er verantwoordelijk was voor het reilen en zeilen van het Gilde in Ald'ruhn. De gids verwees haar naar Edwinna.

Edwinna was een mooie vrouw, die gekleed ging in hele gewone kleren die niet pasten bij haar rang van Gildenhoofd. Van haar kreeg Mirusa de opdracht om een zeldzaam boek te gaan halen genaamd "De kronieken van Nehuleft". Ze zei erbij dat dit boek bij geen van de Gilden te krijgen was, dus dat Mirusa bij een boekhandel moest gaan vragen of die misschien een kopie in huis hadden. Edwinna verwees Mirusa naar het enorme gebouw in het noorden van de stad. Vlak daarvoor waren er een paar handelaren, een daarvan was een boekhandelaar, misschien dat die een kopie van het boek had of anders misschien wel zou weten waar ze het zou kunnen kopen. Met wat geld werd Mirusa op pad gestuurd.

DarkBee
DarkBee
18 Volgers